-
1 tegenargumenten aanvoeren
tegenargumenten aanvoeren -
2 contradiction
contradiction [kõtraadieksjõ]〈v.〉2 tegenstrijdigheid ⇒ onverenigbaarheid, tegenspraak♦voorbeelden:(ap)porter la contradiction • tegenargumenten aanvoerenêtre en contradiction • met elkaar in strijd zijnmettre qn. en contradiction • iemand met zichzelf in tegenspraak brengentomber dans les contradictions • zichzelf (steeds weer) tegensprekenf1) tegenspraak, bestrijding -
3 porter la contradiction
(ap)porter la contradiction -
4 tegenargument
♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Нидерландский
- Французский